radicalen
Voor Angry zijn twaalf filminterviews gehouden met radicalen van vroeger en nu. Zij vertellen zowel over hun idealen, als over de universele vraagstukken rondom woede, activisme en radicalisme. Wat verstaan zij onder radicaal en vinden ze zichzelf radicaal? Heiligt het doel de middelen of zijn er bepaalde grenzen? Wanneer kwamen zij voor het eerst in actie en waarom? Twijfelen ze weleens, of zijn ze rotsvast overtuigd van hun eigen gelijk? En door welke emoties worden ze gedreven? De verhalen zijn zowel per persoon te bekijken als per trefwoord.

Over een aantal van de geïnterviewden en hun bewe­gingen is meer informatie te vinden in de dossiers.
isa
‘Mensen zijn niet van nature egoïstisch, maar worden tot concurrentie gedwongen door het kapitalisme.’
[Isa, 19]
abe
‘Ik wist al vanaf mijn 19e dat als het moment zou komen, ik zou gaan. Of ik zou sterven interesseerde me niet.’
[Abe, 57]
geoffrey
‘Mensen zeggen vaak: het is een druppel op een gloeiende plaat. Ja dat zal wel, maar het is wel mijn druppel.’
[Geoffrey, 41]
kim
‘Jezus was radicaal in de zin dat hij heilige huisjes omver schopte. Daar komt mijn definitie van radicaliteit vandaan; heersende denkbeelden aan de kaak stellen.’
[Kim, 24]
erno
‘Ik ben niet radicaal, de samenleving is radicaal. Daarin wordt een radicale breuk tussen mens en dier gemaakt, terwijl die overduidelijk kunstmatig is.’
[Erno, 45]
maaike
‘Dat radicalisme van ons was vrij onschuldig. Wij waren niet van plan om bommen te gaan leggen en dat soort dingen, maar we flirtten er wel een beetje mee.’
[Maaike, 61]
robert
‘Wij zijn de stem van de stemlozen’
[Robert, 32]
marieke
‘We worden door de overheid gecriminaliseerd en gezien als terroristen. Ik denk dat de terrorist nou juist de regering is.’
[Marieke, 22]
roel
‘Het is eerder de wanhoop die de revolutie maakt dan de hoop.’
[Roel, 67]
sjors
‘Mijn ideale Nederland is een Nederlands Nederland.’
[Sjors, 28]
wijnand
‘Toen riep ik; deze rechtsorde is de mijne niet. Ik vind nog steeds dat je de wet mag overtreden, burgerlijk ongehoorzaam zijn, maar je moet wel altijd verantwoording afleggen, vind ik nu.’
[Wijnand, 53]
izz
‘In een samenleving waarin allochtonen als probleem worden bestempeld kan geen harmonie bestaan.’
[Izz, 24]